Michaël Merrigan: ‘Een samenleving kan maar mensenrechten beschermen, als we daar zelf aan meewerken’
Vandaag tweeënzeventig jaar geleden werd de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties aangenomen. Dit document blijft tot op vandaag dé wereldwijde leidraad als het over mensenrechten gaat. Om die reden vieren we elk jaar op 10 december Internationale Mensenrechtendag.
In het mensenrechtenrecht zijn het vooral Staten die verplichtingen hebben, maar mensenrechten impliceren ook plichten en verantwoordelijkheden voor individuen. Dat is logisch: het recht op leven is waardeloos als niet iedereen de plicht heeft dat recht op leven te respecteren, en het recht om niet gefolterd te worden is zinloos zonder de absolute plicht voor iedereen om niet te folteren. We bestraffen schendingen van die plichten dan ook wereldwijd strafrechtelijk.
Robinson Crusoe
Het is om die reden ook niet onlogisch dat artikel 29 van de Universele Verklaring het heeft over individuele plichten. Dat artikel stelt immers: ‘Een ieder heeft plichten jegens de gemeenschap, zonder welke de vrije en volledige ontplooiing van zijn persoonlijkheid niet mogelijk is‘.
Indertijd, bij het opstellen van de Universele Verklaring, hamerden verschillende vertegenwoordigers op het belang van de gemeenschap. De Belgische vertegenwoordiger had hier eerst wat problemen mee. Men moest, zo stelde die, maar aan Robinson Crusoe denken, die zich, toch ook alleen op een eiland, wel degelijk had kunnen ontplooien! Een ander lid van het voorbereidend comité diende de Belgische vertegenwoordiger echter van antwoord. Als we één ding kunnen leren van Robinson, zo stelde deze, dan was het wel dat Robinson zich redde met de producten van de georganiseerde samenleving – werktuigen en boeken – die hij alsnog had weten te redden uit zijn verloren gegane schip. Zonder samenleving was Crusoe werkelijk reddeloos verloren geweest.
De filosofische discussie over een fictioneel personage – waar overigens in het kader van de dekolonisatiebeweging wel meerdere kanttekeningen bij te maken zijn – is natuurlijk amusant, maar de kern van de zaak was toen en is nog steeds wel degelijk ernstig.
Artikel 29 UVRM, dat een interpretatie biedt om de erboven vermelde rechten te begrijpen, verraadt immers een belangrijke logica: een samenleving kan maar functioneren, en dus ook mensenrechten beschermen, als we daar zelf aan meewerken. Zoals René Cassin, de bekende Franse vertegenwoordiger, stelde: als we er vanuit gaan dat er een recht op voedsel bestaat, maar iedereen beroept zich op dat recht, en niemand op de verplichting om te werken, hoe kan de gemeenschap dan in haar voedselnoden voorzien? Verplichtingen kunnen dan ook verschillende concrete vormen aannemen. Redelijke belastingen betalen, bijvoorbeeld, zodat de Staat gezondheidszorg kan organiseren. Of een mondmasker dragen, zodat je je buren of collega’s niet besmet.
Mensenrechtenverantwoordelijkheid
Daarnaast is er ook zoiets als individuele verantwoordelijkheid. Dat is nog iets anders dan de duidelijk omlijnde en door de Staat opgelegde verplichtingen van hierboven. Individuele verantwoordelijkheid in een mensenrechtencontext houdt in dat iedereen die gelooft in zijn of haar eigen mensenrechten, en daardoor noodzakelijkerwijze in een maatschappij die deze mensenrechten beschermt, zelf kijkt wat hij of zij kan doen om die maatschappij een stapje vooruit te helpen.
In het Engels (en ook in het Frans) is de etymologie van ‘doen wat je zelf kan’ trouwens beter te herkennen dan in het Nederlands. Verantwoordelijkheid in het Engels is immers ‘responsibility’ (response-ability), ofwel, de ‘capaciteit om te antwoorden’. In een mensenrechtelijke context gaat het dan over de capaciteit om te antwoorden op de mensenrechtelijke noden die je rond je ziet. Die noden kunnen individueel zijn, zoals die van je zieke moeder die je verzorgt, of structureel, als je jezelf tot actie geroepen voelt omdat het volgens jou de verkeerde kant opgaat met de maatschappij.
Hoe die verantwoordelijkheid vorm krijgt, is ontzettend divers, en heeft veel te maken met de precieze omstandigheden waarin je je bevindt, en ook met hoe jij vindt dat die andere persoon, of de maatschappij in haar geheel, het best geholpen is. Om die reden valt mensenrechtelijke verantwoordelijkheid niet te omlijnen in duidelijk op te leggen verplichtingen – dat zou zelfs contraproductief zijn. Soms krijgt mensenrechtelijke verantwoordelijkheid heel zichtbaar vorm, maar veel vaker gebeurt dat achter de schermen. Zo werken velen in stilte dag in dag uit om ouderen een waardige oude dag te bezorgen. Anderen zijn extra voorzichtig in deze covid-tijden, en redden zonder het zelf ooit te weten een leven. Van alledaags zorgen voor elkaar, tot en met gevaar voor eigen leven tegen je eigen overheid opkomen om jezelf en je medeburgers te beschermen. Wat je kan doen om mensenrechten écht, in de dagdagelijkse praktijk, te beschermen, is voor niemand helemaal hetzelfde, net omdat ieders situatie anders is. Het is ook in de eerste plaats aan iedereen om zelf te beslissen wat hij of zij wil en kan doen.
Net die diversiteit hebben we nodig. De opstellers van de Universele Verklaring waren zich ervan bewust dat, hoewel mensenrechten in de eerste plaats door de Staat moeten worden beschermd, het evident is dat echte mensenrechtenbescherming de alertheid en medewerking van iederéén vereist. Die vaststelling is alleen maar actueler geworden. De oproep die blijkt uit de Universele Verklaring klinkt dan ook alsmaar luider.
Mensenrechten maken we (ook) zelf
We vieren dit jaar mensenrechtendag in een tijd waarin mensenrechten wereldwijd onder druk staan. Zelfs in landen die vroeger trots met de mensenrechtenverdragen zwaaiden, zien we leiders die het nut ervan openlijk in twijfel trekken. Wij kunnen ons in België eigenlijk niet voorstellen dat we nog in situaties zoals ‘vroeger’ of ‘ginder’ terecht kunnen komen, maar dat neemt niet weg dat er ook bij ons, elke dag nog, kleine en grote mensenrechtenschendingen plaatsvinden. Soms halen die het nieuws, zoals recent in het rapport van Amnesty International over onze woonzorgcentra, maar veruit de meeste doen dat niet.
Daarom vieren we vandaag de Universele Verklaring, maar in de wetenschap dat het nu, misschien meer dan ooit in die laatste 72 jaar, aan ons is om ze in de praktijk te brengen. Door in onze eigen omgeving te kijken wat we, heel klein, kunnen veranderen. Door onze eigen overheid te wijzen op waar zij tekortschiet. Door het op te nemen voor mensen in binnen- en buitenland die dat zelf niet meer kunnen. Op die manier vieren we de Universele Mensenrechtenverklaring in haar volle betekenis.
Bron: Knack