Mark Van de Voorde: ‘Emotie hoeft de redelijkheid in de politiek niet in de weg te staan, integendeel’

‘Politiek is, tegen beter weten in, vooral een zaak van gevoelens waar argumenten nauwelijks tegenop kunnen’, schrijft Mark Van de Voorde. ‘Veel politici beseffen te weinig dat ze niet alleen de ratio van de kiezer moeten aanspreken maar ook zijn emotie.’

We kunnen geen familiebijeenkomsten houden. Jammer en triest. Het enige voordeel is dat we geen ruzie kunnen maken over politiek. Gelukkig en best. Als je op een familiefeest bij de koffie een puntje politiek aansnijdt, is de kans groot dat het minste meningsverschil uitmondt in een kletterende ruzie. Niets ligt ‘gevoeliger’ dan politiek. Is politiek dan toch niet louter een zaak van argumenten?

Politiek is, tegen beter weten in, vooral een zaak van gevoelens waar argumenten nauwelijks tegenop kunnen. Veel politici beseffen te weinig dat ze niet alleen de ratio van de kiezer moeten aanspreken maar ook zijn emotie.

Daardoor lopen populisten weg met het applaus. Deugdelijke politici die louter zakelijk en pragmatisch aan politiek doen, zetten de poort wagenwijd openzetten voor populisten met minder fraaie bedoelingen.

“Gevoelens zijn feiten” luidt de titel van de memoires van de Amerikaanse choreografe Yvonne Rainer. Dat gevoelens ook ‘feiten’ kunnen zijn, geldt ook voor de politiek. Gevoelens kunnen zozeer als feiten worden ervaren, dat leugens die de gevoelens voeden, meer worden geloofd dan feiten die ze tegenspreken. Getuige de blijvende ontkenning bij veel Trumpkiezers van diens nederlaag.

Door enkel in te spelen op emotie – de rancune van de witte onderklasse en de lage middenklasse – wist Trump vier jaar geleden president te worden. Zijn rivale Clinton was te zakelijk. Donald kaapte de emotie, Hillary verzonk in afstandelijkheid. Ze had niet de charme van Obama die argumenten emotioneel wist te verpakken in een hoopvolle boodschap.

Maar hoop is een kwetsbaar gevoel in de politiek. Angst is sterker, omdat ze de oudste reflex is van de mens tegenover gevaar. Die wisten de Republikeinen, Fox News en de talk radio’s die acht jaar lang haat hadden gezaaid. Trump kon de vruchten plukken. Het heeft ook niet veel gescheeld of Trump had zijn tweede termijn beet. Maar ook angst en haat zit sleet, als de realisatie uitblijft. Door corona was Amerika niet “great again” geworden.

Dat Biden het heeft gehaald, ligt niet alleen aan het feit dat Trumps retoriek versleten was (ook op angst en haat als motivatie zit sleet). Biden had een emotioneel alternatief: verzoening en herstel van de waardigheid. Het was niet de no-nonsense van zijn programma maar de emotie van zijn bewogenheid die miljoenen meer kiezers mobiliseerde. Hoop versus haat.

Biden voerde campagne met de belofte van goedkopere gezondheidszorg, de verhoging van minimumlonen en hogere belastingen voor de hoogste inkomens. Maar hij won de verkiezingen omdat hij deze zakelijke beloften had ondersteund met de emotionele belofte van verzoening en de terugkeer naar de normaliteit. Welzijn gedijt niet in een klimaat van onrust en polarisatie.

De Amerikaanse Democraten zijn niet de enigen die lang dachten dat ze de kiezer zouden kunnen en moesten ‘overtuigen’. Onze traditionele partijen zijn nog altijd in hetzelfde bedje ziek van saaie no-nonsense, intellectuele argumentatie en afstandelijke zakelijkheid. Nog altijd denken ze dat ze op basis van puur rationele overwegingen een rechtvaardige samenlevingsvorm kunnen ontwikkelen.

Ze aarzelen om een beroep te doen op gevoelens. Ze tonen liever tabellen en citeren eindeloos cijfers. Maar geen mens wordt warm van getallen. Onze politici hebben blijkbaar te lang school gelopen bij de politieke filosoof John Rawls, die emotie en empathie te wispelturig vond voor de politiek. Hij heeft hen wijsgemaakt dat het hun “plicht is om redelijk te zijn”.

Van argumenten wordt helaas niemand enthousiast. Gevolg: ook bij ons en elders in Europa zijn populisten aan een opmars bezig. Met dezelfde receptuur als Trump: polariseren, haat zaaien, teren op angst. Cijfers doen er niet toe. Waar blijft de alternatieve emotie, die van de hoop?

Emoties hoeven niet per se de vijanden van de redelijkheid te zijn. Ze kunnen en moeten de redelijke overwegingen steunen en ook de grote waarden versterken van gelijkheid en vrijheid, solidariteit en mededogen, zorg en algemeen belang. Politieke ordening is gewoon niet mogelijk zonder wat de Amerikaanse filosofe Martha Nussbaam in Politieke Emoties het “emotioneel klimaat” noemt.

Ik onderschrijf volmondig Nussbaums overtuiging dat politieke principes in een liberale staat emotionele ondersteuning nodig hebben. Emoties versterken de toewijding aan die principes. Politieke emoties zijn dus niet alleen ‘nuttig’ in de handen van schreeuwlelijke populisten, maar ook van fatsoenlijke politici.

Boodschappen met een positieve emotie kunnen krachten oproepen die de betrokkenheid bevorderen bij projecten die inspanningen vereisen (klimaat, herverdeling, gezondheidszorg). Als president Kennedy opriep: “Vraag niet aan uw land wat het voor u kan doen, maar vraag aan uzelf wat u voor het land kan doen?”, dan wilde hij de Amerikanen verzamelen om aan de samenleving te werken.

Boodschappen met een positieve emotie kunnen daardoor de destructieve krachten bedwingen die mensen tegen elkaar opzetten, zoals angst, afkeer, vernedering, afgunst, haat, xenofobie…

Zelfs patriottisme hoeft niet intolerant te zijn, maar kan heel heel open zijn. Geen toeval dus dat bij de toespraak van Biden en op andere bijeenkomsten van zijn aanhangers Amerikaanse vlaggen te zien waren. Als de redelijken de emotie uit hun boodschap weren, wappert de vlag enkel in het kamp van de onredelijken.

 

Bron: Knack

Laat een reactie achter