Chris Gastmans en Yvonne Denier: ‘De deuren van woonzorgcentra openzetten is als een rode loper voor het virus’
‘De keuze voor of tegen bezoek in de woonzorgcentra presenteert zich als een klassiek ethisch dilemma waarbij we een keuze moeten maken tussen twee waarden: warmmenselijkheid en veiligheid’, schrijven Yvonne Denier, Chris Gastmans & Margot Cloet van Zorgnet-Icuro.
Stevig gefronste wenkbrauwen en forse kritiek op de beslissing van de Nationale Veiligheidsraad om opnieuw bezoek toe te laten in de woonzorgcentra. Volgens premier Wilmès is het een noodzakelijk antwoord op de onmenselijke situatie waarin ouderen sinds de lockdown verkeren. ‘We moeten iets doen aan hun eenzaamheid’, zo luidt het argument. Voor de zorgsector is dit allesbehalve een goed idee en komt het veel te vroeg. De deuren openzetten is als een rode loper voor het virus. Het leidt tot meer besmettingen en meer ouderen die hieraan zullen sterven. Het zal de meest kwetsbaren nog kwetsbaarder maken.
De keuze voor of tegen bezoek presenteert zich als een klassiek ethisch dilemma waarbij we een keuze moeten maken tussen twee waarden. Hier zijn dat: warmmenselijkheid en veiligheid. Wat weegt het meeste door? Deze discussie illustreert het ethische spanningsveld waarin we ons al enkele weken bevinden. Het is trouwens niet de eerste keer dat we keuzes moeten maken die vanuit ethisch oogpunt heel ongemakkelijk aanvoelen. Denk maar aan de triagerichtlijnen voor intensieve zorgen en de discussie omtrent het al dan niet overbrengen van zieke bewoners uit het woonzorgcentrum naar het ziekenhuis. Wat we ook kiezen, er lijkt altijd iets verkeerd te zitten. Het knaagt en schuurt langs alle kanten.
Context is veranderd
Neen, dat is niet zo. Wel is de context van onze ethische afwegingen drastisch veranderd. Momenteel verkeren we immers in een collectieve gezondheidscrisis die bepaalde keuzes noodzakelijk maakt die we normaal gezien nooit zouden overwegen, laat staan zouden doen. Het Hastings Center in New York, een wereldvermaard bio-ethisch instituut, heeft dit aangeduid als de spanning tussen de zorg voor het individuele welzijn van mensen (‘Clinical Ethics’) en de zorg voor de volksgezondheid (‘Public Health Ethics’). Concreet vertaalt zich dat in de spanning tussen de waarde van de warmmenselijkheid en de waarde van de veiligheid.
De coronacrisis zorgt ervoor dat de bescherming van de volksgezondheid (en dus de waarde van de veiligheid) nu veel zwaarder doorweegt in de ethische afwegingen die we maken. Dit vinden we erg moeilijk. De zorg die we besteden aan het persoonlijk welzijn van bewoners en cliënten is nu immers anders dan wat we doorgaans kunnen geven, bijvoorbeeld bezoek, een knuffel, een zoen. Dat voelt ongemakkelijk en doet zelfs pijn. Maar het is wel een cruciale keuze in deze afweging. En een blijvende evenwichtsoefening. Wanneer we te restrictief zijn (om de veiligheid van de bevolking te garanderen), riskeren we het menselijke aspect uit het oog te verliezen. Wanneer we te toegeeflijk zijn (op het vlak van het warmmenselijke), dan wordt het onveilig. Die scherpe spanning tussen het individuele belang (de warmmenselijke factor) en het maatschappelijke belang (de veiligheidsfactor) is de kern van de ethische verontwaardiging die we de voorbije dagen en weken meermaals bij onszelf en onze medeburgers voelden, en die we in de komende weken en maanden nog vaker zullen voelen.
Geen ideale wereld
Hoe moeten we hiermee omgaan? Hoe kunnen we hieruit geraken? Zoals in alle ethische uitdagingen ligt een heldere en ideale oplossing niet voor het grijpen. We leven vandaag niet – en nooit trouwens – in een ideale wereld waarin we alles wat we belangrijk vinden voluit kunnen realiseren. Het gaat veeleer om een ethiek van het meest menselijk mogelijke, ja zelfs een ethiek van de kleine stapjes. Dat wil zeggen dat we heel concreet en stapsgewijs telkens opnieuw moeten afwegen wat er precies binnen de specifieke context mogelijk is – hoe klein ook – om alles zo menswaardig én veilig mogelijk te laten verlopen.
De vraag die voorligt is: hoe kunnen we het persoonlijk welzijn van de ouderen zo goed mogelijk ondersteunen en toch de noodzakelijke veiligheid respecteren? De ethiek van de proportionaliteit vraagt dan om te kiezen voor dat wat het minste schade teweegbrengt en toch voldoende welzijn oplevert. Welke alternatieven hebben we om de eenzaamheid te doorbreken? Hoe kunnen we mensen zich zo goed mogelijk laten voelen, zonder hun veiligheid en die van anderen in het gedrang te brengen? Concrete antwoorden op deze vragen blijven zoeken – zoals we dat in de praktijk zien gebeuren met zoveel goede voorbeelden: raamcontacten, sociale media, briefkaarten, robots, … – is de ethische opdracht waarvoor we vandaag staan.
De blijvende uitdaging is dus het vinden van een goed evenwicht tussen warmmenselijkheid en veiligheid, hoezeer ook deze twee waarden vandaag op gespannen voet staan met elkaar. Dus neen, onze ethische principes zijn niet veranderd. We blijven proberen om het meest menswaardige te realiseren. Maar dan wel in een ongewone context van crisis, waarin veiligheid zeer zwaar doorweegt.
En last, but not least is het een globale ethische opdracht om die afweging te doen in de geest van constructieve samenwerking en overleg met alle stakeholders – en dus niet in de geest van veroordeling of beschuldiging. Enkel zo kunnen we samen, als ethisch verantwoorde samenleving, stapsgewijs het meest menswaardige realiseren in deze ongeziene omstandigheden van collectieve gezondheidscrisis en lastige maar noodzakelijke keuzes.
Bron: Knack.be