Antoon Vandevelde: ‘Religie heeft niet het monopolie op menslievenheid, maar wel een grote motiverende kracht’
Recent werd in Groot Brittannië een uitgebreide studie gepubliceerd over ‘faith-based charities‘, dat wil zeggen over NGO’s, die vanuit een religieuze overtuiging hulp verlenen aan mensen in nood. Ongeveer een kwart van de Britse ‘charities’ verwijst naar een religieuze overtuiging in hun missie, in hun ontstaansgeschiedenis of in de definitie van hun projecten en ze blijken ook ongeveer een kwart van de giften op te halen.
Er is een grote diversiteit in die organisaties. Hun inspiratie kan meer of minder expliciet zijn, meer aanwezig bij de kaderleden of bij de vrijwilligers. Ongeveer twee derden van de bestudeerde organisaties stammen uit de christelijke traditie, maar ook moslim, joodse, hindoeïstische, boeddhistische, Sikh en quakergenootschappen werden in het onderzoek meegenomen.
Opmerkelijk is ook dat er een groep gelovigen is die niet akkoord gaan met bepaalde stellingen van hun geloofsgemeenschap, over seksuele ethiek bijvoorbeeld, maar die menen dat ze hun overtuiging beter tot uitdrukking kunnen brengen door zich te engageren voor een NGO die met die gemeenschap is verbonden.
Vergelijkingen met niet-religieus gemotiveerde instituties leidt tot enkele opvallende vaststellingen. Wanneer religie mede de motivatie van mensen bepaalt legt men zich meer toe op hulp aan mensen die anderen vaak als hopeloos beschouwen, hulp aan gevangenen, drugverslaafden, daklozen, illegale migranten bijvoorbeeld. Het gaat hier om de meest kwetsbare mensen in (de marges van) de maatschappij die vaak ook moeilijk te bereiken zijn voor hulpverleners.
Bovendien zijn religieus gemotiveerde ‘charities’ ook niet geneigd om veel compromissen te sluiten met het beleid of met de publieke opinie als die ‘keert’, dat wil zeggen als die zich afkeert van bepaalde groepen hulpbehoevenden. Opvallend is ook dat ongeveer de helft van alle organisaties die hulp bieden aan arme mensen in minder ontwikkelde landen ver weg, religieus gemotiveerd zijn. Bovendien geeft men niet enkel aan geloofsgenoten, maar richt men zich ook op een veel breder publiek dan de eigen groep. Het doen respecteren van mensenrechten, armoedebestrijding, huisvesting en onderwijs zijn de belangrijkste sectoren waarin NGO’s die gebaseerd zijn op een geloofsovertuiging werkzaam zijn. Vaak hebben deze organisaties ook bijzondere aandacht voor de culturele achtergrond en de spirituele noden van hun doelpubliek. Mensen leven niet van brood alleen…
Gelijkaardig onderzoek voor ons land?
Ik weet niet in welke mate deze Britse bevindingen overeenkomen met de situatie die we kennen in Vlaanderen of België, maar het zou zeker interessant zijn om een gelijkaardig onderzoek voor ons land op te zetten. Ik stel me ook voor dat organisaties als Welzijnswerk of Broederlijk Delen, net als meer pluralistische organisaties als 11.11.11 of Amnesty International er wel wat moeite mee zouden hebben om als ‘charities’ te worden omschreven. Ze willen minstens even veel werken aan structurele veranderingen als aan liefdadigheid in de engere zin van het woord.
Het is ook geen of-of verhaal. Het zijn vaak religieus gemotiveerde instellingen die de zorg voor zwaar zieken en gehandicapten op zich nemen. In ons land is dit nu meer een historisch gegeven en wordt deze zorg sterk ondersteund door de overheid, maar in arme landen zijn religieuze organisaties vaak de enigen die zich om deze mensen bekommeren. Dit heeft misschien geen ontwikkelingseffect in de zin dat economische groei erdoor wordt gestimuleerd, maar het is wel van levensbelang voor concrete mensen die anders in de kou blijven staan.
Interesse in slecht nieuws
We weten dat mensen die de krant openslaan zich meer interesseren in slecht dan in goed nieuws. Corruptieschandalen in de politiek, pedofilie in de kerk, overheidsdiensten die hun echte finaliteit uit het oog verliezen door zich te focussen op bevoegdheidsconflicten en machtsspelletjes: het zijn vaak verhalen die slechts enkelingen betreffen, maar ze zijn verantwoordelijk voor het feit dat het vertrouwen in instituties in ons land (maar ook elders) vaak bedroevend laag is. In die context is het goed dat er wat tegenwind wordt geboden vanuit wetenschappelijk onderzoek dat het bredere plaatje schetst.
Een maatschappij heeft ook een positieve ‘drive’ nodig. Sociale wetenschappers hebben in de laatste decennia ontdekt hoezeer het welbevinden van mensen mede afhangt van het ‘sociaal kapitaal’ dat aanwezig is in een maatschappij. De levendigheid van het middenveld is hierbij van cruciaal belang. Ook in ons land zijn religieus gemotiveerde organisaties hierin bijzonder actief. Dit komt niet alleen tot uiting in de hoeveelheid geld die door NGO’s wordt bijeengebracht, maar even zeer in het vrijwilligerswerk dat mensen opbrengen. Vele parochies organiseren, vaak samen met de Christelijke Mutualiteiten, activiteiten voor chronisch zieken en bejaarden. Het zijn misschien resten van de oude Christelijke zuil, maar op vele plaatsen zijn het ongeveer de enige niet gecommercialiseerde en weinig of niet betoelaagde initiatieven die nog overschieten.
Vermaatschappelijking van de zorg: het wordt een nieuwe mantra voor beleidsmakers die ontdekken dat niet alles met belastinggeld kan worden gefinancierd, maar het is ook een herontdekking van iets wat altijd heeft bestaan en wat vaak heel vanzelfsprekend vanuit religieuze motivaties werd gedaan . Er is in West-Europa een maatschappelijke sfeer gecreëerd waarin religie op honderd verschillende manieren verdacht wordt gemaakt . Voor sommigen is godsdienst een hypocriete bedoening, voor anderen een zaak van mensen die niet zindelijk kunnen nadenken. Het ware beter te erkennen dat religie weliswaar geen exclusieve claim op menslievendheid heeft, maar dat zij toch een fantastische motiverende kracht bezit die vele mensen en organisaties inspireert tot daden van kleine en grotere goedheid en die slechts in heel uitzonderlijk gevallen ontspoort tot fanatisme.
1. Beter ware “religie” te vervangen door ” Christendom”. Religie is te breed als begrip. Ik hou van het onderscheid “religie/geloof/godsdiens/organisatie(=Kerk e.d.)”. Is de Islam (toch een religie?) wel begaan met het (Christelijk) personalisme? Zij blijken zelfs niet de scheiding Godsdiens/Staat te aanvaarden; en ook niet andere Verlichtingswaarden, ondanks hun riante financiering.
2, Wees er inderdaad zeker van dat de zorg voor de medemens onmogelijk door de staat (= belastingbetaler) kan betaald en georganiseerd worden; (geen schuld van politici maar van ‘psychologische belastingdraagkracht’ en gevolg van ‘gerijpt demografie). Verschrikkelijk is het dat het zgn. thuismilieu en de thuiszorg eertijds door het feminisme (ook CD&V-vrouwen, genre Miet Smet) werd weggehoond, en nu wordt (door complete onbekendheid met de publieke financien) thuiszorg als verwerpelijk genoemd omwille van de druk op het thuismilieu . De toekomst in de mondiale socio-economische wereld is deze : zonder intermediaire (tussen staat en persoon) gemeenschap is elk individu hulpeloos verloren. Gezin en personalisme zijn op stal gezet uit jaloezie door het’ bandeloos denkende individualisme’; die geen onderscheid zien tussen individu en persoon…omwille van hun ongebreideldheid ?
In de jaren 1980 hebben we samen met de Koning Bouwdewijnstiching, na 3 jaar observatie) vlijmscherp de problemen van het thuismilieu inzake zorg benoemd en gepubliceerd met oplossingen. De maatschappelijke(=politieke) moed ontbreekt nog steeds om de analyse van feiten inzake zorg te maken. Wie vertegenwoordigt nog de “Stem van het Thuismilieu” , en de persistente liefde? D.i. taak van gelovige mensen; steek inderdaad de lamp van het Christendom niet onder de korenmaat.