David Dessin: ‘Je ne suis PAS Charlie !’

‘Je suis Charlie’ lezen we sinds gisteren overal op de zelfklevers die mensen dragen tijdens hun steunbetuigingen op de Place de la République, in de straten van Londen en Brussel, en vooral op Facebook. Onder de hashtag #JeSuisCharlie vinden we vandaag honderden cartoons online die de persvrijheid een hart onder de riem willen steken. Europeanen identificeren zich massaal met de tragische slachtoffers van de gruwelijke aanslag gisteren in Parijs.

Het is begrijpelijk dat we ons spontaan met de slachtoffers van zulke onmenselijkheid identificeren. Voor hun collega’s en familie moet dit een verschrikkelijke klap zijn, niemand zou zo mogen lijden. Vrijheid van meningsuiting is fundamenteel in onze samenleving, niemand mag gestraft worden voor wat hij of zij denkt.

Dat gezegd zijnde, moet ik bekennen dat ik het soms oneens was met Charlie, al deelde ik altijd dezelfde verlichte waarden. Zeker, religiekritiek moet mogelijk zijn en mag niet afgeblokt worden met louter woede en verontwaardiging. Maar het is niet omdat iets religieuze mensen boos en verontwaardigd maakt, dat het ook een noodzakelijke en goede kritiek is. Veel van de cartoons van Charlie Hebdo waren wél goede vormen van kritiek, gericht op specifieke mistoestanden, zoals het misbruikschandaal in de kerk. Maar andere hadden die kritische inhoud niet. En al is het goed dat hun tekenaars de vrijheid hadden om ook die cartoons te tekenen en is het gruwelijk dat ze daarvoor vermoord zijn, toch ben ik Charlie niet.

Het is dus niet zo dat ik geen kritiek heb op de islam of op andere religies. Ik ben het – samen met een meerderheid van moslims en christenen – niet eens met sommige neo-orthodoxen dat één religieuze wet als het enige, exclusieve levensmodel moet dienen en dat mensen met afwijkende meningen bestreden en vermoord mogen worden. Ik ben het met Sayyid Qutb niet eens wanneer die schrijft dat de islamitische maatschappij de enige beschaafde maatschappij is en dat het kapitalisme een internationale woekerorganisatie is.

Het geloof van IS(IS) en Al Qaeda in een soevereine God die elk detail van ons leven regelt en niet tegelijk de mogelijkheid erkent dat we ook fouten kunnen maken zonder daarvoor gruwelijk gestraft te worden deel ik niet. Ook God kan delegeren (Mt. 22:21, Qur’an 42:38). En welke God de mens ook geschapen heeft, het is duidelijk dat Hij over een gezonde dosis humor beschikt.

Nee, ik ben Charlie niet omdat ik het met Charlie oneens ben. Ik formuleer mijn fundamentele kritiek liever via teksten, commentaren, discussies, gericht op specifieke theologische en maatschappelijke problemen. Zoals nu dus. Maak ik u boos omdat ik Charlie niet ben? Dat is dan niet mijn bedoeling.

Al voel ik mee met de slachtoffers, met de familie en collega’s van de overledenen, toch ben ik het dus oneens met Charlie. Dat is mogelijk dankzij het basisprincipe van de persvrijheid, zo mooi verwoord in het citaat dat (onterecht) aan Voltaire wordt toegeschreven, en dat Charlie zo hoog in het vaandel droeg: ‘Ik verafschuw wat u zegt, maar ik zal uw recht om het te zeggen met mijn leven verdedigen.’

Sommige van de cartoons van Charlie Hebdo zou ik nooit hebben getekend, maar toch ben ik blij dat de tekenaars ervan de vrijheid hadden om ze te tekenen. Immers, zolang dat het geval is heb ik ook de vrijheid om het met hen oneens te zijn, en dezelfde religiekritiek op mijn eigen manier te formuleren. Misschien is dat wel de beste manier om hun nagedachtenis te eren, in plaats van hun cartoons alleen maar te herhalen. Ik ben Charlie niet, lang leve Charlie.

 

Bron: De Redactie – 8 januari 2015

Laat een reactie achter