Steven Van Hecke: ‘Zwijgen is niet altijd goud’
Quod erat demonstrandum. Wat bewezen moest worden, is bewezen. Hoewel het volgens Peter De Roover helemaal niets uithaalt, ‘voelt er zich toch ergens een opiniehebber geroepen’ om de politiek secretaris van de Vlaamse Volksbeweging ‘van antwoord te dienen’ (DS 27 februari). Toegegeven, ik heb getwijfeld. Niet omdat ik het ook maar een klein beetje eens zou zijn met wat De Roover allemaal schrijft. Wel omdat hij zo wild om zich heen slaat dat het moeilijk puinruimen is.Laten we beginnen bij de Vlaamse Europarlementsleden. Inderdaad, het zijn er maar dertien op een totaal van 736. Dat is niet veel, maar het is ook niet bijzonder weinig. Denemarken, Finland en Slovakije tellen er evenveel (met de eerste twee landen wordt Vlaanderen toch graag vergeleken?) en acht EU-lidstaten moeten het zelfs met minder stellen. Moeten al die gekozenen des volks het voor bekeken houden omdat ze een klein gebied vertegenwoordigen? Dat lijkt mij een eigenaardig democratisch principe.
Vuilnisbelt van publieke ruimte
Eigenlijk doet het aantal er niet eens toe. In het Europees Parlement zitten de politici namelijk niet gevangen in meerderheid-oppositie, laat staan dat nationaliteit hun soortelijk gewicht bepaalt. In welke commissie ze zetelen, of welk rapport ze schrijven, daar komt het op aan. Als je dan weet dat het parlement in steeds meer beleidsdomeinen medewetgever is, dan kan een Luxemburgse groene in één dossier zwaarder wegen dan een Duitse christendemocraat. Als opiniemaker zou ik in dat geval de Luxemburger Wort boven de Frankfurter Allgemeine Zeitung verkiezen.
Bovendien lijkt De Roover ervan uit te gaan dat opiniestukken alleen zinvol zijn als ze een direct effect sorteren. Maar wat is dat, direct effect sorteren? Dat na het lezen van een opiniestuk Angela Merkel plots een bocht neemt van 180 graden en een vurig pleidooi houdt voor eurobonds? Dat lijkt mij weinig waarschijnlijk, bij wijze van understatement.
Dienen opiniestukken om direct effect te sorteren? Ik denk het eerlijk gezegd niet. Ze kunnen informeren, nuanceren, iets onder de aandacht brengen of onder een aparte invalshoek belichten, duiden, provoceren – jawel mijnheer De Roover, dat hebt u goed gedaan, en een nieuw en ruimer publiek aansnijden. Prima zo. Maakt dat opiniestukken per definitie waardeloos? Met zo’n redenering kan de vuilnisbelt van de publieke ruimte niet groot genoeg zijn. Wat is het direct effect van stakingen? Vraag het maar aan de vakbonden. Heeft een doorsnee-krantenartikel direct effect?
Nog volgens De Roover gaat het niet alleen om het kleine aantal Vlaamse Europarlementsleden of het discutabel effect van opiniestukken. Schrijven over Europa zou er ook niet toe doen omdat de welgekozen letters toch ‘opgeslorpt worden in de onoverzichtelijke massa’ van een ‘Dictatuur 2.0′. Uiteraard bieden de twijfelachtige democratische kwaliteiten van de EU genoeg stof om enkele opiniestukken mee vol te schrijven. Bij gebrek aan een gemeenschappelijke taal en Europese populaire media behelpen we ons door in de eigen taal voor eigen publiek te schrijven.
Intellectueel oneerlijk
Tiens, wie heeft er gezegd dat die eigen taal en dat eigen publiek geen deel uitmaken van de EU? Want de Unie, dat is toch niet alleen het Schumanplein? De Wetstraat en voor mijn part ook het Martelaarsplein maken daar integraal deel van uit, en ook alle daaraan verbonden media (en hun opiniemakers). Want het kan toch niet de bedoeling zijn dat we in Vlaanderen alleen over Vlaanderen schrijven?
Dat we dat in het Nederlands kunnen, is wellicht de belangrijkste verwezenlijking van de Vlaamse ontvoogdingsstrijd. Maar laten we niet ophouden te schrijven over alles wat groter is en waarop we geen of nauwelijks impact hebben: of Geert Noels dan wel Paul De Grauwe gelijk krijgt (DS 25 februari), wie de volgende Amerikaanse president wordt en of een interventie in Syrië zin heeft.
Het is intellectueel oneerlijk een doelpunt van wereldklasse te verwachten als je naar een lokale wielerwedstrijd kijkt. En het is niet omdat je alleen naar die lokale wielerwedstrijd kijkt dat je niet kan of niet mag berichten over die doelpunten van wereldklasse.